De hitte drijft me zo nu en dan het zwembad in, hoewel het water al lang niet meer de frisse temperatuur heeft van toen ‘buurman-boer’ het uit de grond ons zwembad in pompte, het verkoelt nog steeds. Het is overigens ook de enige plek waarin je nog een beetje kunt sporten, de sportscholen met airco nagelaten. Met een handdoek om me heen kijk ik vanuit mijn schaduwrijke plekje naar de zwaluwen die boven ons zwembad dartelen en regelmatig naar beneden duiken voor een slokje. Het zijn de jonkies van de zwaluwpaartjes die al generaties lang hun nesten bouwen tegen het dak van de schuur waaronder de ‘buurman-boer’ zijn oude blauwe Fiat tractor stalt en zijn geoogste groenten schoonmaakt, waar hij gisteren nog zijn net binnengehaalde hooibalen opstapelt. Ik mijmer over wie hier ergens in de 18e eeuw de boerderij voor het eerst bewoonde, wie er toen keek naar de dartelende zwaluwen over de landerijen. Het is de plek waar wij ruim vier jaar geleden onze Nederlandse auto voor het eerst parkeerde. Het is de plek waar we in isolatie zaten tijdens de pandemie. Het is de plek waar we onze eerste Italiaanse woorden tot een gesprek probeerde te vormen in de kennismaking met de het ‘boeren- buurgezin’. De plek waar we zaaiden, letterlijk en figuurlijk, of beter gezegd; letterlijk in de onbekende Italiaanse grond, geestelijk in de levens van nieuwe Italiaanse vrienden en kennissen. Het is ook de plek waar wij twee jaar geleden onze dromen begroeven. Een plek die een tijd lang symbool stond voor ‘lijden’. Met nog maar twee weken voor de geplande operatie aan de ziekte die in Italië werd ontdekt in een ziekenhuis hier niet ver vandaan, kijk ik naar mijn buik, ‘het nestje’ waarin mijn twee kinderen groeiden is nu nog aanwezig. Gekscherend zei ik gisteren nog tegen mijn man ‘nu kan het nog’.Ik zit op dezelfde plek waar ik ruim twee jaar geleden de Italiaanse gynaecoloog en chirurg vroeg of ik de operatie nog kon annuleren, nadat mijn moeder aandrong op het uitstellen van de operatie en ’second opinion’ in Nederland. Het was in een tijd van rouw en een wervelwind van verschillende emoties.
Een warm briesje strijkt langs mijn gezicht, het mais voor me wuift in de wind. De adem van God.Het werk van de Geest, Zijn wind is wat Italië nodig heeft, net zo als we in deze stikhete zomer verlangen naar een flinke regenbui, die maar niet komen wil. Zo droog is het hier, barsten in harten, droge levens, verdorde bloemen, zaad dat in de aarde wacht op de plasregens die maar niet komen.Italië, het land dat op dit moment overspoeld wordt door o.a. Nederlandse toeristen, die genieten van dit prachtige land met zijn heerlijke keuken, rijke historie en kleurrijke huizen. Het land van de Madonna, Maria, zo belangrijk voor de Italianen, de moeder van de Verlosser nadat de Geest van de Heer Maria overschaduwde zodat zij zwanger werd van Jezus. De Geest die levend maakt en opnieuw geboren laat worden. Als toerist denk je niet 1,2,3 aan die geestelijke droogte in Italië, je denkt er niet direct aan dat jij misschien wel de enige ‘levende’ christen bent die zij in hun leven tegenkomen. Want in tegenstelling tot de zwaluwen in de schuur van ‘buurman-boer’, weten onze Italiaanse vrienden niet meer waar zij naar toe kunnen, ‘het nest’ hebben zij achter gelaten en een persoonlijke relatie met God kennen zij niet, het katholicisme zit diepgeworteld in de cultuur en een kruisje slaan wanneer men een kapelletje passeert kan nooit kwaad, maar de diepgewortelde vrede met God, Zijn bevrijdende verfrissende wind door hun leven hebben zij nog nooit gevoeld.
In eerste instantie waren we helemaal niet van plan terug te keren naar Nederland, na mijn plotselinge ziekenhuisopname vanwege een uit de hand gelopen ontsteking in mijn baarmoeder, waardoor ‘bij toeval’ endometriose werd gevonden, hadden we zo goed en zo kwaad als het ging de draad weer opgepakt. We kwamen er net een beetje in voor ons gevoel, de restricties van de pandemie versoepelde steeds meer, we kregen steeds meer dieren rondom de boerderij, steeds meer betekenisvolle relaties die zich verdiepten, de jongens zaten goed op hun plek… maar toch bleken we meer aan ons eind te zitten dan we aanvankelijk doorhadden. De eerste maanden na ons besluit terug te keren voelde alles aan als verloren, waar hadden we het voor gedaan? De aanplanting van de tuin, de plantjes in de moestuin, de kippen in het hok. De geestelijke zaadjes die gezaaid waren, de relaties die gebouwd werden, de taal die we steeds meer ons eigen maakten, de kinderen die weer gesetteld waren na een turbulente tijd van emigratie en pandemie. Alle inzet, alle dromen, onze roeping voor Italië, alles werd begraven.Ik voelde me gebutst, enorm vermoeid, mank; een veteraan. En ik trok met een bitter en pijnlijk gevoel ‘de rang ‘zendeling’ van mijn uniform’. Ik schoof dorstig de banken in van de Nederlandse kerk en laafde me aan de bekende melodieën. Ik keek dankbaar naar de dominees en voorgangers, ik hoefde niets te doen, ik mocht gewoon aanschuiven en me laten versterken door brood en wijn en door de spreekwoordelijke omhelzing van de kerk van alle tijden en plaatsen. En mijn dromen, mijn roeping, mijn passie? Diep onder de grond, de aarde flink aangestampt, ik zou er een nieuw Nederlands huis op bouwen. Wonend op de plek waar ik geboren was, zou ik weer opnieuw wortelen en dwalend over de zandverstuivingen en door de naar dennen geurende bossen van de Veluwe kwam ik langzaam tot rust. Maar je weet wat er gebeurd als je zaadjes onder de grond stopt, als verloren dromen zich een weg zoeken naar het licht, als het water van de hoop en van Gods heling op die droge, aangestampte aarde regent…?
Twee jaar later kijk ik naar de zwaluwen die altijd terug keren naar hun nest. Ik kijk naar de bomen die we destijds in hoop plantte en waar we nu de vijgen van eten, naar de braamstruik die we als een pierig takje in de grond stopte en de oogst van dit jaar zoveel dat we er zelfs van konden uitdelen, de zaadjes van de goudsbloem die opkwam, de lavendelstruiken die grote droogte overleefde, de rozemarijn die haar geur verspreid als de zon zakt, naar de bomen die volwassener zijn geworden en van het eerst zo kale grasveld langzamerhand een tuin hebben gemaakt. En als vanzelf gaan mijn gedachten naar Johannes 12 “Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort.”Ik kijk naar de zwaluwen die hier op hun beurt volgend jaar weer terugkomen om hun nestjes in gereedheid te brengen. En wij zullen het zien, want tegen die tijd zetten wij onze verhuisdozen weer neer in dit huis. Want als de Adem blaast over dode botten, staan zij op en vormen een leger. Een Italiaans christelijk lied resoneert mee wanneer ik aan dit gedeelte uit Ezechiël denk, een gedeelte dat mij sinds we hier de eerste keer arriveerden bezig houdt. Het lied zingt dat het leger dan een koor vormt en zingt: “Halleluja, heilig, heilig, is de Heer God Almachting, de grote ‘Ik ben’”.
De adem van de Geest maakt levend en blaast zijn wind over de plantjes die opnieuw opkwamen. Het mais voor mij wuift in de wind, samen met de takken van de olijf, de goudsbloemen, de lavendel en de rozemarijn. De geur van een hoopvolle toekomst.Ik kijk naar boven naar de dartelende zwaluwjongen, en leg mijn hand op mijn buik, die straks geen ‘nestje’ meer draagt, geen geboortes meer, datgene wat leven gaf aan twee mensen, sterft en krijgt niet eens een begrafenis. Maar toch voel ik het gefladder vanbinnen, het groeien van nieuw leven, het dartelende van een nieuwe droom die wacht op zijn geboorte. Omdat God er Zijn regen op liet plenzen, we het er op waagde om met blote voeten te gaan dansen in die modder zodat de spetters in het rond spatte, op elkaar, op onze kleding, op het gras en de bomen om ons heen en op onze ziel. En toen de modder wegzakte zagen we vol verwondering de kleine groene sprietjes omhoogkomen uit de eerste zo droge, gebarsten aarde. We knielden erbij, maakte van onze handen een kommetje om de kwetsbare plantjes heen, gaven het water en voeding door onze gefluisterde gebeden en de gebeden van anderen. Heilige grond. De plek waar wat dood is tot leven wordt gefluisterd door de Wind. De tuin waar de wind de muren rondom harten wegblaast, waar gedronken wordt van het frisse Levende water, waar mensen gevoed worden door brood en wijn, leunend op die eeuwenoude gebeden van de kerk van alle tijden en plaatsen. De plek van heling en nieuwe geboortes en de rijke geur van een hoopvolle toekomst.

Comments